door Michael Renssen

Als we de mensen die er iets vanaf weten mogen geloven (en dat mogen we, zou Mart Smeets zeggen), bevinden we ons nu in het oog van de storm. De voorkant van de coronastorm hebben we afgeslagen, of beter, onder controle gekregen. Dat deden we door massaal gehoor te geven aan de oproep van de overheid om afstand te houden van elkaar. Er was immers maar één ding zeker: het virus verspreidt zich onder ons door fysieke nabijheid of contact. ‘Social distancing’ was daarom het devies. Na enige tijd mochten we ons op de schouders kloppen: we kregen het aantal besmettingen onder controle, hielden daarmee een zorgsysteem in leven en kregen daardoor ook weer uitzicht op een terugkeer naar ‘het normale leven’. Nou ja, niet helemaal normaal, want daar was wél één belangrijke voorwaarde bij: afstand houden is voor onbepaalde tijd geboden, en iedereen weet wel waarom. 

Niettemin kunnen we op hoofdlijnen vaststellen dat vanaf medio maart sprake was van succesvolle gedragsbeïnvloeding door de overheid. Met een aantal hele nuttige frames, zoals ‘intelligente lockdown’ en ‘flatten the curve’ (alleen ‘groepsimmuniteit’ ging niet zo lekker). Met een pandemische crisis zonder precedent als achtergrond, mogen we concluderen dat de crisiscommunicatie van de overheid doorgaans goed in elkaar zat. Natuurlijk liep niet alles gesmeerd, en daar zal vast nog over worden gedebatteerd. Hoe dan ook, zelfs internationale media schrijven de Nederlandse overheid én het Nederlandse volk veel lof toe.

Beloning voor goed gedrag

In het oog van de storm lijkt het net alsof de storm al voorbij is. Dat is bij deze coronastorm ook het geval. Veel mensen maken de fout te denken dat de ellende voorbij is. Ze willen nu beloond worden voor hun goede gedrag van de afgelopen tijd. Dat mag én het is begrijpelijk. Vele sectoren in de economie waren al enige tijd bezig om te bedenken hoe hun core-business verenigbaar was met anderhalve meter afstand houden. Op 1 juni mochten de hospitality-sectoren los en konden we allemaal op het terras vieren dat we het zo goed gedaan hadden. Dat deden we dan ook massaal … soms leek het wel alsof we vijf jaar brute bezetting door een vreemde mogendheid hadden doorstaan.

In het oog van de storm willen mensen ook weer voor hun mening uitkomen. Dat mochten ze altijd al en daar is dus niets mis mee. Tegenwoordig zijn daar heel veel moderne middelen voor, die ook succesvol worden gebruikt door mensen die nu tijdelijk thuis werken, en toch hun zakelijke netwerk niet willen missen. Een witte Amerikaanse agent die zijn zwarte arrestant mishandelde en daardoor doodde was er de aanleiding van dat – nota bene op 1 juni al – duizenden mensen op de Amsterdamse Dam vergaten dat social distancing nog steeds geboden was. De rechtvaardiging? De misstand was zo ernstig dat ‘saamhorigheid in de ethische strijd’ boven volksgezondheid mocht gaan. Een gedachte als “goh, het is wel wat druk op dat plein, misschien toch beter om naar huis te gaan” werd daardoor kennelijk geblokkeerd. Er waren zelfs extreme (en misschien wel enigszins verwarde) geesten die vonden dat – als je minder ingenomen was met dit massale fysieke protest – je verkapt uitkwam voor je racisme. Wonderlijk wat het met mensen doet, als de druk even van de corona-ketel is.

Regels aan de laars lappen

In het oog van de storm openden veel kroegbazen vol goede moed hun deuren. Gewapend met vele voorzorgsmaatregelen en een aangepaste exploitatie. Op 12 juni meldden vele Eindhovense café-eigenaren de tent toch weer te willen sluiten. De reden? Ze hebben geen zin meer om politie-agent te spelen in hun eigen kroeg, waar de gasten blijk geven zich aan geen enkele regel te willen houden. Dat laatste was ook inspecteurs opgevallen en die dreigden met forse boetes. Dan maar weer dicht, dachten de kasteleins en ze richtten hun woede op de overheid. Dat laatste is nogal merkwaardig, want de échte vraag is natuurlijk hoe het komt dat hun klanten de regels aan hun laars lappen. Komt dat omdat ze – net als begin maart – denken dat COVID-19 gewoon een griepje is? Of dat de pandemie al voorbij is? Of dat ze gewoon te dronken zijn om te denken? Omdat ze misschien wel behoefte hebben aan héééééél erg veel beloning na al dat ‘leed’?

In het oog van de storm maakte het Longfonds bekend dat 90% van de ex-COVID-19 patiënten nu nog steeds moeite hebben met gewone dagelijkse activiteiten. Het duurt heel lang voordat mensen weer de oude zijn, als ze dat al worden. De effecten van corona zijn niet na twee weken weg. De naweeën en gevolgen blijven aanzienlijk. Dit is dus geen simpel griepje, voor zover mensen dat al dachten. De ziekte is nog steeds raadselachtig. We weten niet alles, maar wát we weten is niet fijn. Daarom is het van top belang dat zo min mogelijk mensen het virus oplopen, zeker zolang er geen vaccin of effectieve medicatie is. Deze vreselijke ziekte gun je niemand. Maar kennelijk boeit dit gegeven mensen in het oog van de storm minder.

Juiste beeld van COVID-19

In het oog van de storm wordt duidelijk dat we nog lang niet het juiste beeld hebben van COVID-19, en de maatschappelijke – inclusief de economische – gevolgen die de pandemie kan hebben. Willens en wetens gedragen mensen zich minder voorzichtig, houden ze zich minder aan de bekende afstandsregels. Denken mensen dat er niets meer aan de hand is, of onderschatten ze de risico’s. Groeit de ‘schijt aan corona’ houding; men begint als het ware te dansen op de vulkaan. Daarmee vergroten ze de kans op de tweede golf. De overheid verliest tegelijkertijd de controle over de coronastorm en het virus kan er weer ongeremd op los besmetten en nog meer slachtoffers maken.

De vraag is hoe ongewenst en ongeremd gedrag – opnieuw! – kan worden omgebogen tot voorzichtigheid en zorg voor elkaar. Dat zal heel lastig worden. Want nu heel veel mensen denken dat het ergste voorbij is, wordt de kans dat ze een tweede lockdown – laat staan een intelligente versie daarvan – accepteren steeds kleiner.

Dan rest de overheid gedrag beïnvloedende communicatie waarin wordt benadrukt wat we in de eerste fase van de storm samen hebben geleerd: the do’s en de don’ts. En waarin een klemmend beroep op verantwoordelijkheidsgevoel en burgerschapszin van iedereen in Nederland wordt gedaan. Van werkgevers en werknemers, van ondernemers en hun klanten, van mediaredacties en hun publiek, van dwarse en minder dwarse denkers. Als ik de verantwoordelijke bewindspersoon was, zou ik daar nú mee beginnen. Zonder uitstel én met vereende krachten. Zodat de tweede golf van de storm minder ontwrichting als gevolg zal hebben, en we ons daarna écht mogen belonen.     

(Deze blog verscheen eerder op LinkedIn op 12 juni 2020.)